De Obervinschgau was vanwege zijn drie natuurmeren al in de 19e eeuw een geheime tip voor vakantiegangers. Maar in het jaar 1920 ontwikelde de Italiaanse regering het plan om een stuwdam te bouwen voor het opwekken van elektriciteit. De waterspiegel zou daardoor 5 meter omhoog gaan. Dit was niet zo’n probleem, omdat het de dorpen Graun en Reschen niet in gevaar zou brengen. Door de politieke ontwikkelingen in Italië is het plan blijven liggen.

In 1939 kwam het grootconcern Montecatini met een project waardoor het water in het Reschen- en het Graunermeer zo’n 22 meter omhoog zou gaan. Aan de bewoners van Reschen en Graun werd volledig voorbijgegaan. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de bouwwerkzaamheden uitgesteld. Hierdoor dachten de inwoners van de Obervinschgau van het schrikbeeld af te zijn. Maar tot hun ontzetting werd in 1947, twee jaar na de oorlog, van de kant van Montecatini het werk aan het stuwmeer onmiddelijk weer opgenomen. De bevolking van Graun en Reschen probeerde onder leiding van pastoor Alfred Riepe door politieke interventie de bouw te verhinderen. Ook een bezoek aan de heilige Vader in Rome bleef zonder succes, evenals een demonstratie voor het bureau van Montecatini’s bedrijf in Reschen. Wanhopig moest de bevolking toekijken hoe ze medogenloos van hun grond, huis en erf werden verdreven.

In de zomer van 1950 was het dan zo ver. De sluizen gingen dicht en het meer werd opgestuwd. 677 hectare grond kwam onder water te staan, bijna 150 families werden van hun bestaansbasis beroofd en de helft hiervan was gedwongen om te emigreren. De schadevergoedingen waren erg bescheiden. De bewoners van Graun werden in gebrekkige, snel gebouwde barakken aan het einde van het Langtauferertal ondergebracht. De daaropvolgende winter bracht extra pijn en leed, ze hadden immers ook geen middelen van bestaan meer. Verschrikkelijk was het, toen het concern begon om huizen, kerken en het hele cultuurgoed af te breken. Alleen de toren bleef staan, want die stond op de monumentenlijst.