In het Vinschgau worden gebruiken en tradities in ere gehouden en sommige gebruiken en rituelen, met name in het Obervinschgau en bij de Reschen, zijn al eeuwenoud. Zo wordt de nachthemel in het hele Vinschgau en in heel Zuid-Tirol eind juni op de „Herz-Jesu-Sonntag“ verlicht, als op de bergtoppen vuren in de vorm van harten en kruisen worden ontstoken. Ze herinneren aan de Slag van Berg-Isel 200 jaar geleden en aan de belofte tot het Heilig Hart van Jezus die voor het eerst in 1796 werd gedaan.

Op december komen groot en klein samen voor de Krampus- en St. Nicolaasoptocht. De optochten van de Krampus (afschrikwekkend uitziende figuren) gaan gepaard met helse lawaairituelen, net als de optochten in februari ter verdrijving van de winter. Bij het „Scheibenschlagen“, een oud vruchtbaarheidsgebruik dat het eind van de carnavalstijd markeert, worden met de hand gemaakte houten schijven het dal in geslingerd. Volwassenen en kinderen – maar traditiegetrouw alleen jonge mannen – hebben een soort zweep in de hand, waar ca. 15 centimeter grote, ronde of vierkante houten schijven aan vast zitten. De schijven worden in een open vuur tot gloeien gebracht en daarna met een speciale techniek het dal in geslingerd. „Reim, Reim, wem soll dia Scheib’ sein?“, roept de slingeraar voordat hij de gloeiende discus met nog een paar wensen het dal in slingert. Hoe verder de schijf door de duisternis vliegt, hoe meer geluk hij zou brengen.