Mals, de hoofdstad van de vakantieregio /Obervinschgau, ligt op ongeveer 1.000 m boven de zeespiegel aan de voet van de Malser Haide, een helling die ooit door een aardverschuiving is ontstaan. Het historische centrum is absoluut de moeite van het bezichtigen waard, en dat geldt ook voor de deelgemeenten (“Fraktionen”) Laatsch, Schleis en Burgeis, waar het klooster Marienberg staat (de hoogst gelegen benedictijner abdij van Europa).

Ook erg mooi zijn Tartsch (bij de mystieke heuvel “Tartscher Bühel”), Matsch, Ulten-Alsack, Planeil, Plawenn, Schlinig en Prämajur bij de berg Watles. Het 5.000 inwoners tellende Mals wordt vanwege zijn kerktorens ook wel de “Siebentürmige” genoemd, ofwel de “die met de zeven torens”, en daarvan zijn er vijf bewaard gebleven.